Dankzij verbeterplannen voor Centrum-Noord zal een verkeersluwe Prinsestraat meer ruimte krijgen voor terrassen en groen. Hierop vooruitlopend staan er al een aantal olijfbomen die door de gemeente zijn aangekocht en ook door haar worden onderhouden. Det Regts van de VVD vindt dit geen goede ontwikkeling en een motie van haar om de boompjes te vervangen door inheemse exemplaren is aangenomen in de raadsvergadering van 10 februari.
Zij meent dat de invloed van tuinbladen en tuincentra hierin niet is te onderschatten. Steeds vaker wordt daarin gezegd dat het mooi is je tuin in te richten met vaak heel oude olijfbomen uit het middelandse zeegebied. Daardoor zijn ze nu een modeverschijnsel geworden.
Maar deze bomen horen hier van nature niet thuis en voegend nauwelijks wat toe aan de stad als het om groen gaat. Bovendien zou door het rooien van niet meer gebruikte olijvenplantages de zuidelijke gebieden van Italië en Spanje kunnen eroderen: de grond kan er makkelijker wegspoelen als het heeft geregend.
Allemaal redenen om hier in Den Haag geen olijfbomen te importeren. ‘Eigen bomen’ zouden volgens Regts een veel beter alternatief zijn voor het vergroenen van de Haagse straten als de Prinsestraat. Die zouden hier veel beter kunnen aarden. Bovendien worden die veel hoger dan olijfbomen en zouden zo veel beter hittestress kunnen tegengaan door de schaduwwerking. Bovendien bieden hogere bomen ook een goede nestgelegenheid.
De hele raad bleek dit wel een goed voorstel te vinden en alle partijen steunden dan ook deze motie. Wat er met de huidige olijfboompjes in de Prinsestraat gaat gebeuren is nog niet duidelijk.